Zee

 

De dreigende golven

Storten zich

Als woeste horden

Op het onbewogen water

En eindigen

Roemloos

Als machteloos schuim

Aan mij voeten

Aan de horizon vaart een kotter

Onhoorbaar

Voorbij

Ik kijk er naar

Met mijn hand boven mijn ogen

Tegen de felle zon